“Kennis maakt de wereld minder eng”

Diederik Jekel

Foto Roger Cremers
Diederik Jekel

Diederik Jekel

Natuurkundige Diederik Jekel (27) legt uit waarom je intens kunt genieten van een ingewikkelde formule.

AIs de vraag is: hoe bereken je wat een kilo is?, dan neemt Diederik Jekel een doos eieren mee naar de studio van De Wereld Draait Door om het uit te leggen. De door Matthijs van Nieuwkerk consequent als ‘huisnatuurkundige’ aangekondigde Jekel liet laatst bijna een kanonskogel tegen zijn kin knallen, legde met speelgoedautootjes uit hoe aardplaten schuiven bij een tsunami en als hij een maan nodig heeft, leent hij van iemand een golfbal. Tien keer zat hij inmiddels bij het programma, deze 27-jarige natuurkundige. In zijn eerste boek, Zeven rampen die niet gaan gebeuren, vraagt hij zich af hoe bang we moeten zijn voor kernrampen, nanotechnologie en de Mayakalender. Deze zomer schrijft hij aan zijn tweede boek, zeg maar „beta voor alfa’s”, om te laten zien „waarom je intens kunt genieten van een ingewikkelde formule”. Ondertussen zoekt hij op zijn twitterfeeds naar vragen voor de Nationale Wetenschapsquiz die hij samen met een collega bedenkt, en geeft hij vooral heel veel lezingen en presentaties.

Zo’n beetje iedereen vindt natuurkunde moeilijk. Waarom heb jij de missie opgepakt om het ons uit te leggen?

„Als een accountant op een feestje zegt wat hij doet, dan is er niemand die verwacht dat hij daar mooie verhalen over kan vertellen. Bij natuurkundigen denken mensen: oh, weer zo’n nerd. Het is een moeilijk vakgebied, maar ik zie het als mijn taak om het spannend te maken. Voor elk beroep zou je gepassioneerd moeten kunnen vertellen hoe mooi je vak is. Je moet als mens ook een verhalenverteller zijn.”

Maar waarom wil je het op zo’n grote schaal vertellen? Tv is iets anders dan een feestje.

„Mijn missie is dat het leuk is om je iets af te vragen. En dat het oké is om iets niet te weten. Kijk om je heen en verbaas je over de dingen, dan komt de rest vanzelf. Je moet de wereld willen begrijpen. Stel, je bent aan het schilderen en je vraagt je af hoe het komt dat de verf aan je kwast blijft zitten, maar als je de kwast tegen de muur zet het op de muur blijft zitten. In dat onderzoek is miljoenen gestoken. Onderzoek om te zorgen dat verf minder stroperig is als je er druk op uitoefent en dat het weer stroperiger wordt als je het loslaat. Ach, het is ook gewoon zo dat bijna niemand doet wat ik doe. Daar heb ik gewoon geluk mee. Dus ik heb vooral een journalistieke rol. Ik leg dingen uit. Ik denk eerlijk gezegd dat ik een middelmatige wetenschapper zou zijn.”

Je zegt dat natuurkunde de wereld minder eng maakt. Dat was ook de strekking van je eerste boek en van je TEDx-praatje…

„Het verminderen van angst is een bonus. Je motivatie om in natuurkundige onderwerpen te duiken, is om antwoorden te vinden. Het gaat om de lol van nieuwsgierig zijn naar de dingen om je heen. Maar er zijn wel een hoop dingen waar mensen bang voor zijn, en die kun je gemakkelijk uitleggen als je er op een zuivere manier naar kijkt. E-nummers bijvoorbeeld vinden veel mensen eng, maar het is in principe de lijst van goedgekeurde toevoegingen van Europa. Vitamine C is ook een E-nummer, net als zuurstof. En er zijn bijvoorbeeld wetenschappelijke studies die aantonen dat het enige verschil tussen een homeopathisch middel, een medicijn of iets wat je kan eten een kwestie van dosis is. Als je te veel van iets eet, ga je dood. Als je achter elkaar zeven liter water drinkt, ben je ook hartstikke dood. Alles is dosis. Dat zeg ik niet om bang te maken, maar om juist te laten zien hoe het zit. Het is natuurlijk nooit slecht om je zorgen te maken, maar ik merk dat sommigen zich niet laten overtuigen door wetenschap, en dat vind ik gek. Ze laten zich dan sturen door emoties.”

Diederik Jekel

"Te vaak wordt geroepen dat wetenschap ook maar een mening is. Dat vind ik echt onzin. En het kwalijke is dat je dan meteen arrogant wordt genoemd als je dat zegt. Sommige dingen zijn nu eenmaal vrij gemakkelijk te bewijzen, terwijl ze wel tegen je intuïtie ingaan"

Was je als kind al zo?

„Sterren, planeten, oerknal, dat heb ik als kind altijd al fantastisch gevonden. Dat heb ik van mijn moeder, zij is fysiologe en gaf les aan fysiotherapeuten. Mensen vonden mij wel aardig, maar ook een beetje raar. Ik was een nerdje. Ik wilde niet voetballen. Een bal tussen twee doelpalen krijgen en dan weer opnieuw beginnen, waarom zou ik dat doen? Dat maakt je niet populair. Vanaf de middelbare school heb ik mezelf geleerd om wat relaxter te zijn. Ik was een heel serieus en bang kind, droeg het leed van de wereld op mijn schouders. Dat heb ik leren relativeren. Op de middelbare school ben ik ook gaan toneelspelen, de schoolmusical en zo. Uiteindelijk twijfelde ik tussen toneelschool en natuurkunde. Maar ik bedacht me dat ik altijd kon acteren en dat ik voor natuurkunde echt een opleiding nodig had. Dat ben ik toen gaan doen.”

Speel je nog toneel?

„Het laatste jaar had ik het er te druk voor. Maar vorig jaar speelde ik nog in een stuk op het Boulevardfestival in Den Bosch.”

Ontdekte je door het spelen dat je een verhaal kon overbrengen aan een groep?

„Een presentatie geven is toneelspelen. Totaal. Je leert kijken naar de emoties van het publiek. Is iemand nog geïnteresseerd? Moet ik een grapje maken om de aandacht terug te pakken? Je moet je inleven in de leefwereld van de ander. Want ik kan wel aanpassen hoe ik praat, maar niet hoe jij luistert. Zo simpel is het. Vandaar dat ik ingewikkelde problemen graag in metaforen uitleg. Ik voel me zelden zo gelukkig als wanneer ik op het podium sta.”

Hoe ben je bij De Wereld Draait Door terechtgekomen?

„Tijdens mijn afstuderen heb ik stage gelopen bij een wetenschappelijk programma van de Vara. Daar leerde ik een oud-samensteller van DWDD kennen. Toen een jaar na die stage bekend werd dat de Nobelprijs voor de Natuurkunde naar André Geim ging voor grafeen [enkellaagsvlak van koolstofatomen, red.], sms’te ik die oud-samensteller. Ik had met het materiaal gewerkt en ik schreef dat ik er wel iets over kon vertellen. Hij sms’te terug dat hij het ging regelen. Ik printte snel wat artikelen uit over dit onderwerp, nam plakband van mijn buurman mee, jatte papier uit de printer en leende wat grafiet van een bevriende vakgroep. Toen ben ik in de trein gaan zitten van Almelo naar Deventer. In de trein werd ik gebeld dat ik meteen door kon naar de studio in Amsterdam. Dat was oktober 2010.”

Had je in de trein niet zoiets van: god, waar ben ik aan begonnen?

„Ik dacht, hadden ze niet beter een oud-collega van hem kunnen vragen? Maar in de trein heb ik het gevoel weggedrukt. Ik vind het vooral goed dat natuurkunde zo, ook een beetje via mij, een plek krijgt op tv.”

Vind je dat we beta-wetenschap te weinig serieus nemen?

„Te vaak wordt geroepen dat wetenschap ook maar een mening is. Dat vind ik echt onzin. En het kwalijke is dat je dan meteen arrogant wordt genoemd als je dat zegt. Sommige dingen zijn nu eenmaal vrij gemakkelijk te bewijzen, terwijl ze wel tegen je intuïtie ingaan. Veel mensen waren bijvoorbeeld ook bang voor die vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, maar onderzoek op onderzoek toont aan dat er geen verband is tussen bepaalde ziekten en de vaccinaties.”

Waar komt die angst dan vandaan?

„Ik weet het niet. Misschien zit het zo. Op het moment dat er echt een waarheid is, dan heb jij het fout. Dat is niet fijn. Het is gemakkelijker om te zeggen: er zijn meerdere manieren om naar te kijken.”

Wat moeten we dan veranderen?

„We moeten blijven investeren in fundamenteel en toegepast onderzoek. Computers waren zonder dat onderzoek gewoon niet uitgevonden. De uitvinding van het wiel, daarvan kun je nog beargumenteren: dat vind je op een gegeven ogenblik gewoon uit. Er rolt iets naar beneden, dat zie je en dan denk je, dat kan handiger. Kijk, onderzoek verandert ook. Er komen nieuwe inzichten, maar dat zijn bijna altijd aanvullingen en geen ondermijning van wat eerder werd gesteld. In de tijd van ontdekkingsreizen werd, als er terra incognita werd ontdekt, toch ook niet gezegd dat al het andere eerder ontdekte land niet bestond?”

En wat moet er veranderen bij het publiek?

„Het is goed als mensen wat meer vertrouwen zouden hebben in wetenschappelijke autoriteiten. Natuurlijk heb je bedriegers en mensen die erin zitten voor het geld. Allemaal waar, maar waarom zou je niet iemand geloven die twintig jaar onderzoek heeft gedaan? Er staat zoveel onzin op internet. Abraham Lincoln zei al dat 98 procent van de informatie op internet onzin is. Een flauw nerdgrapje. Je moet het zo zien: mensen moeten zelf weten hoe bang ze zijn en wat ze vinden, maar het zoeken van een consensus is volgens mij goed. Je moet niet alles ter discussie stellen.”

Gepubliceerd in nrc.next

 

Diederik Jekel

1984: Geboren in Bilthoven.

2003: Studeert chemische technologie aan de Universiteit Twente. Bij zijn master stapt hij over naar natuurkunde.

2009: Loopt stage bij het Vara-programma Weet wat je koopt.

2010: Eerste optreden bij De Wereld Draait Door.

2010-2011: Werkt voor Radio Nieuwslicht van de Vara.

2011: Schrijft voor Labyrint, het wetenschappelijke radioprogramma van de VPRO. Bedenkt de vragen voor de Nationale Wetenschapsquiz. Eerste boek Zeven rampen die niet gaan gebeuren, over wat er gevaarlijk is aan angst en hoe angst werkt. Later dat jaar houdt hij er ook een TEDx-lezing over.