“Als ik er zelf al niet in geloof, wordt het nooit wat”

 

Arjen Lubach

Foto Andreas Terlaak
Arjen Lubach

Arjen Lubach

Het satirische nieuwsprogramma Zondag met Lubach krijgt nieuwe afleveringen, zo werd deze week bekend. Presentator, maker en schrijver Arjen Lubach (35): „We zaten te brainstormen en dachten: wij doen helemaal niets met Onno Hoes.”

Arjen Lubach

Pril begin

„Ik was ontzettend blij toen ik hoorde dat we nieuwe afleveringen mogen maken, en tegelijk een beetje angstig. Het is zo snel. We zijn net twee weken klaar en over een maand zijn we weer op televisie. Ik dacht, als we mazzel hebben kunnen we misschien in mei verder. Nu maken we er zes in februari en in het najaar nog eens twaalf. Het wordt weer een heftige tijd. Dinsdagavond schrijven we de eerste ideetjes op, woensdag brainstormen we, dan keihard schrijven en zondagmiddag zijn de opnames. Gelukkig kunnen mijn vaste schrijvers meewerken: Tex de Wit [Comedytrain], Diederik Smit [De Speld] en schrijver Jonathan van het Reve. Daarnaast komt Edo Schoonbeek [de Kwis, Buro Renkema] ons versterken. In totaal zijn we met met zo’n vijftien mensen, zonder camera en techniek en zo. Het Amerikaanse satirische tv-programma The Colbert Report heeft 140 werknemers. We staan ook nog maar aan het prille begin hè. Toen Stephen Colbert na tien jaar stopte had hij 1.024 shows gemaakt. Wij hebben er nu acht. Acht hè. Dat is nog niks.”

Thriller

„Ik was alweer een beetje muziek aan het maken en aan het schrijven. Ik werk nu aan twee boeken. [Lubach publiceerde een thriller en drie romans waaronder het succesvolle Magnus.] Dat moet ik dus allemaal weer uitzetten in mijn hoofd, wat best een ingewikkeld proces is. Dat duurt even bij mij. Niet dat ik getwijfeld heb, dit zijn kansen die moet je grijpen. Ik doe dit presenteren gewoon zolang ik het leuk vind, wie weet wil ik het over een paar jaar niet meer. Dat kan. Ik vind het altijd zo grappig als je leest over vergane tv-sterren. Alsof iemand gefaald heeft. ‘Waar is die-en-die?’, wordt er dan gevraagd. Nou, gewoon waar die altijd al was: thuis. Alleen rijdt hij niet meer naar een studio en zet er niemand meer een camera aan.”

Salamander Klöpping

„Salamander Klöpping had binnen een paar afleveringen 5.000 twittervolgers. Bizar. Ik heb hem bedacht omdat ik graag iemand wilde om tegen te kletsen. Een week voor de eerste uitzending liep ik door de stad en bedacht een pop. Een dier. En toen kwam de naam Salamander Klöpping in me op. Ik weet niet waarom. Het was een succes: hij heeft Eva Jinek gedatet, winterslaap gehouden en het lied ‘Ik app je lief’ voor zijn grote held Alexander Klöpping gezongen. Wat kan er nog meer uitkomen? Misschien dat ik nu met hem stop. Of we verzinnen een andere vorm. Alles kan.”

Mohammed

„Humor op tv is óf grappig óf pijnlijk. Bij een talkshow kun je nog zeggen dat het een saai gesprekje was, maar als je vijf minuten zit te kijken naar iemand die grappen maakt die niet leuk zijn… Dat kan niet. Voordat ik met de eerste serie begon heb ik gezegd dat je zelfs over MH17 grappen kan maken. Dat vind ik nog steeds, de aanslagen in Parijs hebben daar weinig aan veranderd. Bovendien, ik heb het echte dilemma nog nooit gehad. Ik heb nooit gedacht nu wil ik eigenlijk graag een rare Mohammed afbeelden. Kijk, een grap maken over Mohammed is nu een grap maken over het feit dat je geen grap mag maken over Mohammed. Het is meteen een statement. Daar komt bij: met het keihard stelling nemen, bestrijd je ook weer niet per se het kwaad. Het is niet zo dat zo’n gast terugkomt uit Jemen, mij op tv ziet en dan denkt, wacht eens even, die Lubach heeft een punt.”

"Het humoraanbod is door Twitter veranderd. Twintig jaar geleden kon je nog een grap verzinnen en denken, wauw, dit is geniaal, terwijl heel veel mensen dat misschien al bedacht hadden. Maar als je Twitter aanzet, kun je urenlang alle grappen en woordspelingen zien langskomen"

Twitter

„Het humoraanbod is door Twitter veranderd. Twintig jaar geleden kon je nog een grap verzinnen en denken, wauw, dit is geniaal, terwijl heel veel mensen dat misschien al bedacht hadden. Maar als je Twitter aanzet, kun je urenlang alle grappen en woordspelingen zien langskomen. Twee dagen na het aftreden van Onno Hoes zaten we te brainstormen en dachten: we doen helemaal niets met Hoes, wij doen iets met het ICT-debacle van de overheid. Wij kiezen vaker onderwerpen die ondergesneeuwd raken, dat is het spannendst. Hoes voelde gewoon te makkelijk. Bij RTL Boulevard werd zelfs al de grap ‘Nooit meer naar Hoes’ gemaakt.”

Slimme Schemer

„Ik heb Zweeds gestudeerd, Spaans en filosofie, maar niets afgemaakt. Ik zag het als een soort bezigheidstherapie. Van huis uit was het vanzelfsprekend dat ik naar de universiteit zou gaan. Mijn vader is hoogleraar in Groningen, mijn broer is advocaat en mijn moeder gaf jeugdrecht. Dus ik dacht dat het moest. Maar ik wachtte op iets, ik weet niet wat. Ik dacht: ik ontmoet iemand, ik schrijf iets, of ik ga naar het buitenland. Toen scoorde ik ineens een top-40 hitje met Janine Abbring [nu zijn eindredacteur van Zondag met Lubach]. Het was Jelle van Slimme Schemer, een parodie op Stan van Eminem en Dido. Het stond maanden bovenaan in de top veertig. Het gaf me bovenal het vertrouwen dat ik geld kon verdienen met mijn creativiteit. Ik wilde altijd al schrijver worden, maar dat werd niet serieus genomen. Mijn vader zei dat het een hobby is. Ik moest niet de illusie hebben dat ik tot die paar mensen zou behoren die ervan zouden kunnen leven. Terwijl ik toen al dacht, die mensen zijn toch ook tot die paar gaan behoren? Het is zelfvertrouwen. Als ik er zelf al niet in geloof wordt het nooit wat.”

Arjen Lubach

Gepest

„Mijn moeder overleed toen ik twaalf was. Dat was een ellende. Zeker ook op school. Ik werd gepest. Ze overleed in oktober en ik zat net een maand in de brugklas met allemaal nieuwe kinderen en toen ik terugkwam waren die jongens allemaal vriendjes geworden. Ik was die jongen met die dode moeder. En later die jongen met de slechte cijfers. Op een gegeven moment werd ik het pispaaltje. Toen dacht ik, ik laat mezelf zitten. Het jaar erop ging het beter. Ik weet niet of het overlijden van mijn moeder nu nog veel impact heeft. Het is het decor van mijn leven. Ach, er zal best wat zijn. Ik heb nooit hele lange relaties gehad. Als ik met een psycholoog zou praten dan zal hij vast binnen tien minuten zeggen dat het komt door mijn moeder. Dat kan ik zelf ook wel bedenken. Maar goed, ik zie mezelf niet als het slachtoffer van de dood van mijn moeder. Maar ongetwijfeld heeft het invloed.”

Religie

„Ik heb weinig coulance voor mensen die domme dingen of onwaarheden zeggen. Religie bijvoorbeeld – volgens sommigen mijn stokpaardje. Ik kan er gewoon niet bij dat weldenkende mensen in een god kunnen geloven. Dat ze slim zijn maar alsnog denken dat zij tot de lucky few behoren die de waarheid in pacht hebben over een of ander opperwezen dat hen beschermt. Dat vind ik echt volstrekt gestoord. Ik ben wel gelovig opgevoed. Gereformeerd. Maar rond mijn dertiende begon ik vragen te stellen en brokkelde het langzaam af. En toen was er alleen nog maar een soort medelijden voor mijn moeder die dacht dat ze haar vader weer zou ontmoeten. Het is schrijnend als je bedenkt dat je iemand nooit meer zal zien. Dat is waarom geloof bestaat: angst, onwetendheid en de hoop dat je een overledene ooit terugziet. Ik benader het liever rationeel.”

 

Gepubliceerd in NRC Handelsblad, 2015