Margriet van der Linden gaat weg bij Opzij: “We zitten in het segment van de ongemakkelijke waarheden”
Margriet van der Linden
Vrouwenblad zonder de droomwereld
Margriet van der Linden gaat weg bij Opzij: „We zitten in het segment van de ongemakkelijke waarheden”.
In de Opzij die nu in de winkel ligt, zou je een voorbode kunnen zien. „Ik wens jullie een zomer vol lef om dingen te bedenken en vooral moed om stappen te zetten die je graag wilt zetten”, staat in haar voorwoord van het themanummer over lef. Maar dit schreef Margriet van der Linden (43) een paar dagen voordat ze de keuze maakte om afscheid te nemen van het feministisch maandblad. „Misschien speelde het mee in mijn achterhoofd”, zegt ze bij een zwarte koffie en Pellegrino met ijs en citroen. Vijf jaar was ze hoofdredacteur.
"Ik heb me wel vaak afgevraagd wat de houdbaarheid is van een functie als deze. Onder Cisca Dresselhuys waren het natuurlijk andere tijden, maar ik was nooit van plan om het net als zij 27 jaar te doen"
Ze stopte bij haar aantreden met de door Cisca Dresselhuys gekoesterde rubriek de Feministische Meetlat, en begon met de Top-100 Machtige Vrouwen. Ze gaf het blad een meer glossy gevoel dat een breder lezerspubliek probeert aan te spreken. Komende oktober presenteert ze nog de vijfde editie van de Top-100, maar op de redactie zal ze nog maar een paar weken, „een week of drie”, aanwezig zijn.
Heeft u haast?
„Nee, maar ik heb me wel vaak afgevraagd wat de houdbaarheid is van een functie als deze. Onder Cisca Dresselhuys waren het natuurlijk andere tijden, maar ik was nooit van plan om het net als zij 27 jaar te doen. Dat is ook niet meer van deze tijd. Aan de andere kant ben ik ook niet iemand die blijft hangen omdat het comfortabel is. Vijf, zes jaar, zo lang heb ik tot nu toe bij verschillende redacties gewerkt. Het houdt me fris.
„Bovendien wil ik niet dat mensen me op tv zien en dan denken, oh, dat mens vindt natuurlijk weer dat we meer moeten gaan werken.”
Wilde u niet langer het boegbeeld van het feminisme zijn?
„Nee, dat is het niet. Ik vind het nog steeds een belangrijk onderwerp. Het is eerder dat ik mijn grenzen op dit onderwerp wil verleggen. Zo was ik dit jaar in New York bij de VN Vrouwenvergadering en daar ging het echt niet over deeltijdwerk. Daar ging het over huiselijk geweld, onderdrukking, verkrachting. Dat raakte me enorm.
„Het balletje ging rollen toen ik vorig jaar gesprekken aanging met de directeur en uitgever [Weekbladpers Tijdschriften] over hoe we de Opzij kunnen uitbouwen. Lelijk gezegd: we stelden een verdienmodel op. Hoe hou je de jeu er in, hoe hou je je staande in deze slechte tijden voor printmedia? We hebben toen een prachtig platform bedacht met meerdere pijlers: het tijdschrift, de website, Top-100 en daarnaast debatten, evenementen, noem maar op. Ik zou een nog steviger functie krijgen binnen Opzij. Een soort editor at large. Maar toen ik het contract thuis had, tekende ik maar niet. Het heeft er drie weken gelegen. Ik dacht: wat is er gaande? Het is een goed plan en ik vond dat ik me daar minimaal twee jaar aan zou moeten committeren. Liever vijf jaar. En goed. Op het gaspedaal. Diep in mijn hart dacht ik: nee, ik moet dit niet doen.”
Waarom niet?
„Ik wilde iets anders en ik vond het tijd. Ik wil stukken schrijven, boeken schrijven. Mijn interesses zijn breed. Ik heb ruim drie jaar in New York gewoond. Ik heb in 2007-2008 meegewerkt aan de campagne van Hillary Clinton. Ik ben geïnteresseerd in internationale politiek. Amerika. Midden-Oosten. En ik weet een hoop van voetbal.
„Feminisme is een goed en belangrijk onderwerp. Het is goed als meerdere mensen zich ermee bezig zouden houden.”
Wie moet uw opvolger worden?
„Geen idee.”
Toen Cisca Dresselhuys in 2008 aankondigde af te treden als hoofdredacteur, was er veel discussie over de vraag of een feministisch blad nog wel nodig was. Het feminisme was toch klaar?
„In de jaren zeventig, tachtig was er echt noodzaak vanuit een grote achterstand. Gelijke rechten, Baas in Eigen Buik. Hedy d’Ancona en Cisca Dresselhuys zeiden tegen vrouwen dat ze zich niet moesten laten wegzetten in de keuken. De verschillen zijn nu kleiner en daarmee wordt de noodzaak ook niet meer per se gevoeld.
„Dat verklaart voor een deel ook wel de oplagedaling. [De oplage daalde onder haar hoofdredacteurschap met 40 procent naar 43.556 betaalde exemplaren.] Daar kun je mij de schuld van geven en dat is goed, maar helaas ligt het gecompliceerder. De oplage daalde sinds 2005 gestaag en raakte de afgelopen jaren in een vrije val. Vreselijk. Gedrukte media in algemene zin hebben het erg moeilijk. Sinds begin dit jaar winnen we gelukkig weer abonnees.”
"Ik heb het blad in de moderne tijd geplaatst en daarbij heb ik de reuring weten vast te houden"
Was die noodzaak er vijf jaar geleden nog wel?
„Nee, ook al veel minder dan in de begindagen van Opzij. Toch zijn er nog steeds thema’s van belang. Brede thema’s die allemaal een beetje duffig klinken omdat het mantra’s dreigen te worden. Verdeling werk en zorg. Financiële onafhankelijkheid van vrouwen. En dan heb ik het niet over vrouwen zonder werk, maar vooral over vrouwen die werken maar die toch niet op eigen benen kunnen staan als ze bijvoorbeeld gaan scheiden. En dat komt nogal eens voor. Zelf ervaren vrouwen het niet als probleem. Ik heb nu toch een goed huwelijk? Ze willen niet negatief in het leven staan. Dat snap ik ook, maar iemand moet het ze zeggen.
„We lezen in de krant dat vrouwen nog steeds minder verdienen dan mannen, zeggen ‘oh’ en slaan de pagina om. Als ik dat soort dingen aansnijd, vinden veel vrouwen dat ik zeur. Emancipatie wordt niet meer als urgent ervaren. We hebben het toch goed? Maar juist nu, met de crisis en een overheid die niet meer met potten geld klaarstaat, is het thema weer actueel.”
Wat ziet u als uw belangrijkste bijdrage aan Opzij in de vijf jaar dat u hoofdredacteur was?
„Ik heb het blad in de moderne tijd geplaatst en daarbij heb ik de reuring weten vast te houden. Onderwerpen die wij bespraken, interviews die we hadden, zorgden voor veel discussie. De discussie rond de Emancipatienota van minister Jet Bussemaker bijvoorbeeld – toen zij zei dat vrouwen aan het werk moesten – daar is veel aandacht aan besteed.
„En het is me gelukt een bredere groep vrouwen aan te spreken. We hadden veel lezers die Opzij altijd lazen en een warm hart toedroegen, maar het was niet de bedoeling dat ik een feministisch kerkblaadje zou maken. Ik denk dat we nu een blad hebben dat op een moderne manier ongemakkelijke thema’s aansnijdt.
„De meeste vrouwenbladen nemen je mee een droomwereld in. Daar is niets mis mee. De Linda. De modewereld van Elle. Opzij gaat moeilijke thema’s niet uit de weg. Want er is zeker belangstelling voor de vrouwenzaak, kijk maar naar het succes van het netwerk WomenInc. We zitten in het segment van de ongemakkelijke waarheden. Het is de kunst om dat goed te verpakken.”
Wat gaat u nu doen?
„Mensen stelden me vroeger ook vaak die vraag, wat wil je nou? Ze vonden mijn cv grillig en mij onrustig. Ik heb dingen te vertellen, dat is het antwoord, en het maakt me niet zoveel uit hoe. Nu wil ik vooral schrijven. Ik heb een contract met een uitgever voor een roman.”
Waar gaat de roman over?
„Het is een wordingsgeschiedenis van een jong meisje in orthodox-protestantse omgeving dat ontdekt dat ze lesbisch is. Dat is volledig parallel aan mijn jeugd in Ridderkerk. Het gaat over de periode dat ze ontdekt dat ze op vrouwen valt en wat dat besef met haar en haar kijk op haar omgeving doet.
„Ik wil heel graag dat dit boek er komt, omdat ik vaak reacties krijg van jongeren in vergelijkbare situaties – en vaak nog in de kast – als ik over mijn jeugd vertel. Ze mailen me dat het een steun voor ze is. En ik weet hoe bevrijdend dat soort rolmodellen voor mij hebben gewerkt.”
Toch weer emancipatie.
„Ja. In een bepaalde vorm is emancipatie altijd wel aan mij gebakken. Het in beweging zetten. Hopelijk kan ik dat. Het gaat bij mij altijd over vrijheid en het creëren van vrijheid.”
Gepubliceerd in NRC Handelsblad, 2013
"Mensen stelden me vroeger ook vaak die vraag, wat wil je nou? Ze vonden mijn cv grillig en mij onrustig. Ik heb dingen te vertellen, dat is het antwoord, en het maakt me niet zoveel uit hoe"
1970 geboren in Nieuw-Lekkerland in een gereformeerd gezin
1988 – 1992 journalistiek aan de Evangelische School voor Journalistiek in Amersfoort
1992 – 1998 redacteur Nieuw Israelietisch Weekblad, De ronde van Witteman en RTL Nieuws, en presentator bij 5 in het Land van RTL 5.
1998 – 2001 freelance correspondent in de VS voor onder andere Twee Vandaag van de TROS en de nieuwsrubrieken van SBS 6 en NET 5.
2001 – 2004 freelance presentator bij AT5 en RTV Noord-Holland.
2002 – 2007 hoofdredacteur van Blvd.
2008 – 2013 hoofdredacteur Opzij
Zomer 2009 presentatie VPRO-programma Zomergasten.
Van der Linden is sinds 2010 getrouwd met Kitty Kooring.